Afgelopen vrijdag en zaterdag was de aftrap met Groningse akkerbouwers. Aan de keukentafel en in het veld praatten zij samen over niet ploegen, stoppen met kunstmest en insecticiden etc.
Iedereen erkende het belang van een gezonde bodem en bodemleven. Men was niet zo geïnteresseerd in of je dat nou natuurinclusieve landbouw, kringlooplandbouw of nog anders noemt, maar meer hoe je praktisch je bodem verbetert. Daarmee kwamen onderwerpen als niet-kerende grondbewerking, keuze voor bepaalde machines en tractoren, bemestingsschema’s en middelen, gewasrotatieschema’s, gewasbeschermingsmiddelen, groenbemesters, ziektedruk, plaagbestrijding, bodembiologie, biodiversiteit, strokenteelt enzovoort aan de orde. Men was het eens dat het telen van bonen (vlinderbloemigen) goed zou zijn voor de bodem en biodiversiteit maar dat de markt hier nog onvoldoende naar vraagt. Boeren zouden meer kunnen doen als de markt hiervoor gaat betalen.
Grote belangstelling
Het idee om in kleine groepjes te sparren over de eigen bedrijfspraktijk bleek velen aan te spreken. Het was dan ook vol in de keukens en huiskamers van de gastvrije akkerbouwers. Er waren jonge bedrijfsopvolgers bij, oudere boeren, meest gangbare, maar ook biologische boeren. De overeenkomst was dat zij allen zien dat er dingen ingrijpend gaan veranderen in de landbouw en dat zij daarop willen anticiperen. Niet afwachten, niet lijdzaam toezien, maar mee-ontwikkelen en daarover communiceren. Onder het genot van koffie en Groninger koek en in de koude wind op modderige akkers, vond een levendige uitwisseling plaats tussen de vier ontvangende akkerbouwers en de twintig bezoekende boeren over uiteenlopende onderwerpen.